vrijdag 31 juli 2015

Spatiebalk

Ze bestaan nog steeds, spelers die geen schaakprogramma/ computer gebruiken. Laatst vertelde mij zelfs een FM op Open Gent dat hij nog behoorde tot deze categorie van dinosaurussen. Ze zijn een uitstervend ras want elke jonge ambitieuze speler werkt vandaag met Chessbase. Ik zag zelfs op go for grandmaster dat er speciale lessen worden gegeven om met Chessbase te leren werken.

De meeste schakers weten ondertussen wel hoe ze aan een schaakprogramma kunnen vragen wat de beste zettenreeks is in een stelling. Je zet het programma in de mode "oneindig analyseren" (hiervoor kan je de shortcut ALT+F2 gebruiken) en telkens wanneer je de evaluatie niet of nauwelijks nog ziet veranderen dan druk je op de spatiebalk. Automatisch wordt met dit commando de eerste keuze van het programma geselecteerd. 'Let's check' die ik vermeldde in mijn artikel interfaces gebruikt eveneens de eerste keuze van het schaakprogramma.

Op de spatiebalk duwen is niet alleen kinderlijk eenvoudig maar ook erg snel en efficiĆ«nt. Tijdens een open tornooi kan je zo toch al heel wat kritieke lijnen bekijken in een korte partijvoorbereiding. Vandaag zien we dan ook geregeld de nieuwe generatie schakers de term spacebarring gebruiken zoals bv. in het chessbase artikel: You've just been spacebarred. De sterkste programma's spelen nu honderden punten sterker dan de wereldkampioen dus logisch om dit op een legale wijze te gebruiken via de voorbereiding in je voordeel.

Allemaal goed en wel maar eenmaal op een (veel) hoger niveau zien we dat de tegenstander net dezelfde kritieke zettenreeksen heeft gestudeerd waardoor het studie-voordeel opnieuw verdwijnt. De tegenstander beschikt natuurlijk meestal ook over een computer met dezelfde top-schaakprogramma's. Om deze spelers via studie te verschalken, moet je dus een stap verder gaan door af en toe een keertje niet de spacebar te gebruiken. Ik leg het uit via een voorbeeldje dat ik enkele maanden geleden ontwikkelde voor mijn partij tegen de Russische grootmeester Vyacheslav Ikonnikov.

In mijn artikel verrassingen vermeldde ik dat ik zijn 400 zwartpartijen op 1.e4 had bekeken dus dat betekent ook zijn recente partijen van 2014 tegen Alexander Seyb en van 2012 tegen Yuri Solodovnichenko alhoewel het slechts zijn backup-systeem betreft t.o.v. de Kalashnikov.

Het is een erg recent systeem dat vooral door de Amerikaanse topgrootmeester Hikaru Nakamura bekend werd. Ondertussen zien we dat er heel wat sterke spelers de nieuwe modevariant in het Frans volgen. Zelfs de jonge Belgische FM Thibaut Maenhout boekte er een succesje mee in de voorbije Belgische interclubs.
Het eerste wat ik doe bij het voorbereiden op een onbekend systeem is natuurlijk kijken naar wat correspondentieschaak ons vertelt (zie artikel databases gebruiken).  Vaak worden hiermee al de moeilijkste vraagstukken opgelost. Natuurlijk mag je niet vergeten naar de mindere alternatieven te kijken waarvoor onze spacebar super is. Het resultaat mag gezien worden.
Als de tegenstander zijn huiswerk perfect heeft gemaakt dan heb je nog steeds minstens een iets beter eindspel dat zwart mits enige precisie zal houden. Ik veronderstel dat dit voor de meesten zou volstaan zeker als de tegenstander meer dan 200 punten meer heeft. Wel dit is natuurlijk voldoende om een mooi resultaat neer te zetten maar ik hou ervan toch nog iets extra te zoeken. Zou het niet fantastisch zijn om een concept te vinden die niet via spacebarring kan worden ontdekt, nog nooit eerder gespeeld werd en de tegenstander dwingt om een reeks super moeilijke computerzetten te vinden?
De tegenstander denkt dat hij met een lichtjes inferieur maar houdbaar eindspel remise zal maken maar belandt in een mijnenveld waar 1 mindere zet onmiddellijk nadeel/ verlies betekent. Objectief is Df4 niet beter dan Tb8 want het leidt slechts naar compleet gelijk spel. Echter zonder serieuze studie vooraf is het voor praktisch schaak veel gevaarlijker.

Wereldtoppers gebruiken deze techniek voortdurend zie bv. mijn artikels iccf of harakiri. Hetzelfde idee 2 keer gebruiken is veelal zinloos tenzij je op remise speelt tegen een sterkere tegenstander. Dit betreurend gedrag zagen we recent nog in de partij Samuel L Shankland - Peter Leko.

Recent in de voorlaatste ronde van Open Gent stond ik voor een dilemma in mijn partijvoorbereiding tegen Bart Michiels. Speel ik de hyperscherpe variant van Burak Firat die ik in detail publiceerde in het artikel kleuren omwisselen deel 2 en waarvan mijn hoofdvariant eindigt in eeuwig schaak of speel ik iets anders met onduidelijke complicaties? Wat als Bart mijn artikel gelezen heeft, de hoofdlijn nog herinnert, goedgekeurd heeft en beslist dat remise vermijden te gewaagd is? Ik ben een amateur die in elke partij iets wetenschappelijks tracht te steken dus ik vond dat het nogal idioot was om een kans te missen een echte partij te spelen met een grootmeester. Bijgevolg koos ik iets anders en kreeg natuurlijk weer eens klop. Wel zo natuurlijk was het ook weer niet maar dat is voor een ander artikel.

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten