vrijdag 5 mei 2017

Leestekens deel 2

Laatst na een partij weigerde mijn tegenstander beleefd mijn uitnodiging tot een post-mortem. Hij zag er het nut niet van in en dronk liever rustig een pintje aan de bar. Schaakprogramma's zijn vandaag veel sterker dan om het even welke speler dus waarom tijd verspillen met slappe analyses. Hij heeft een punt natuurlijk want met een paar klikken kan je een automatische analyse genereren op een computer die vele malen nauwkeuriger is. Trouwens in deel 1 propagandeerde ik al een methode van becommentariëren helemaal gelinkt aan computer-evaluaties.

De recente Penrose Chess Institute Puzzle toont overduidelijk de gevaren aan van dit blindelings vertrouwen in computerevaluaties. De programma's beoordelen de stelling voor zwart als gewonnen terwijl iedere ervaren schaker makkelijk ziet dat het remise is. Anderhalf jaar geleden schreef ik op deze blog dat computers autonoom worden maar dat betekent niet dat wij geen enkele rol meer kunnen spelen. Het doemscenario dat beschreven wordt in een recent artikel op chess.com "is this the future of chess" is pure stemmenmakerij.

1 voorbeeld van een gefabriceerde stelling die nooit in de praktijk zal voortkomen, weerlegt niet de absolute dominantie van een schaakcomputer. Sommigen vinden enkel stellingen die uit (normale) partijen komen relevant om een oordeel te vellen. Zijn er zulke stellingen die we als mens sneller en accurater kunnen beoordelen dan onze huidige topprogramma's en zo ja welke?

In mijn artikel vestingen vermeld ik al dat er stellingen uit de bordpraktijk bestaan waarin we kunnen bewijzen dat de computerevaluatie onnauwkeurig is of zelfs gewoon verkeerd. Echter dat betekent niet dat wij het als mens perse beter zouden doen zonder gebruik te maken van hulpmiddelen. Desalniettemin bestaan er wel een aantal uitzonderingen waarin mens nog steeds triomfeert over computer. 1 groep van eindspelen springt hierbij in het oog en dat zijn die met ongelijke lopers. Een ervaren schaker kan vaak heel snel dit soort type stelling exact taxeren. In onderstaande stelling is de computer niet happig om dameruil te forceren maar Robert ziet correct dat er in het resulterende eindspel geen enkel gevaar dreigt.
In de slotstelling geeft de computer nog steeds een licht voordeel voor mij maar ik was al lang overtuigd dat dit potremise is. Een ander recent voorbeeld zien we hieronder. Opnieuw geeft de computer voordeel voor wit omdat zwart zijn pion op c7 verliest. Wit had het nog kunnen verder spelen maar moeilijk is de remise natuurlijk niet.
In beide gevallen vond ik het onzinnig in mijn analyses om vast te houden aan mijn strikte methode van leestekens. Ik besloot daarom om hoogstuitzonderijk de evaluatie van de schaakprogramma's te verwerpen en die te vervangen door mijn persoonlijk meer nauwkeurige evaluatie.

In een recent gespeeld eindspel ging ik nog heel wat drastischer te werk met de leestekens. Met slechts een handvol pionnen op 1 vleugel maakt de computer er een zooitje van met zijn evaluaties. Zetten worden als onnauwkeurig bestempeld terwijl er niets mis mee is en anderen worden onterecht als correct beschouwd. De oorspronkelijke leestekens gebaseerd op de evaluaties van de computer kan je hieronder vinden.
Na de tabula rasa met mijn persoonlijk veel nauwkeurigere evaluaties zien we een totaal ander beeld van het eindspel. Ik vermoed dat die ook veel dichter aansluiten bij onze intuïtie.
Dit eindspel mogen we dan wel beter begrijpen dan schaakprogramma's, we blijven veel kwetsbaarder voor blunders zeker wanneer tijdsdruk begint door te wegen.

Objectiviteit / het zoeken van de waarheid blijft voor mij absolute prioriteit hebben in een schaakanalyse. Computerevaluaties worden hierbij intensief gebruikt maar af en toe blijft het toch goed om je eigen schaakkennis niet te negeren.

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten